|
| In België maken eenoudergezinnen 20,48 procent uit van de gezinnen met kinderen. Tussen 1991 en 2004 steeg het aantal eenoudergezinnen met liefst 32,10 procent. Dat blijkt uit een studie van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers (RKW).
In de meeste gevallen (86,17 procent) is een vrouw in dergelijke gezinnen het gezinshoofd. Dat betekent dat een op de vijf moeders geïsoleerd is. Toch zijn er sterke verschillen tussen de gewesten: 28,17 procent in Brussel, 22,99 procent in Wallonië en slechts 13,65 procent in Vlaanderen. Omgekeerd is het zo dat van alle Belgische vaders slechts 3,44 procent geïsoleerd is.
De studie van RKW toont aan dat de werkloosheid in de groep van geïsoleerde ouders erg hoog is (31,19 procent). Dat is vijf keer hoger dan bij tweeoudergezinnen. Voorts blijkt uit de studie nog dat eenoudergezinnen vaak klein zijn: in de helft van de gevallen is er slechts één kind. (belga/tdb) |
|
|
|
|