Verslag van VR 25/03/2011titel
subtitelWeekend Laforét
 
 
 
De zwoele, ongrijpbare vrouwenstem
 “Quod licet Iovi, non licet bovi”, of: “Wat voor de Romeinse god Jupiter geldt, geldt niet voor het vee”. Ofschoon ik nauwelijks Latijn ken, toch vind ik zo’n spreuk bij het begin van een tekst bijzonder indrukwekkend. Ik heb dat gebruik afgekeken van sommige politici. De zegswijze betekent dat in het leven niet alles of iedereen gelijk is. Maar dat wisten jullie al. Hier gebruik ik ze als ‘intro’ om jullie te vertellen dat het ene GPS systeem niet het andere is. Want dat wist ik nog niet. Slechts onlangs heb ik het ontdekt. In boekje 70, bij het verslag van het weekend Yvoir, kon je lezen dat ik als passagier onder de indruk kwam van de voordelen van het GPS systeem. Een verborgen GPS-dame met zwoele stem, vertelt je daarbij half kreunend hoe je onderweg eens links en dan weer rechts kan ‘aanhouden’ en je zo veilig je bestemming bereikt. Verrukkelijk! Ik was er helemaal onder de indruk van. Dat moest ik ook hebben. Ik ben dus ook een GPS gaan halen. Wel een goedkopere versie. Ik wil ook kunnen ‘aanhouden’. Resultaat? Doffe ellende! Een totale misrekening.
Een scherpe, onaangename en hoogst irritante vrouwenstem heeft het steeds over een links of rechts ‘afslaan’. Pijnlijk is dat. Haar bevelen lijken wel even zovele zweepslagen. Het gebruik van zo’n onding doen me aan een regelrechte vorm van masochisme denken. Vertrek zo maar op weekend. Leuk is anders. Het mocht natuurlijk niet veel kosten. Maar nu blijkt het weeral weggesmeten geld te zijn. En hoe weet je dat op voorhand? Geef mij dan maar terug de zekerheid van een gewone en goedkope landkaart en wat aanwijzingen onderweg. Dat is veel rustiger. Eventueel met nog een paar tussenstops om de weg te vragen. Want ja, dat kan best meevallen. Ik liet me ooit vertellen dat er zo al echtelijke relaties - met levenslange waarborg - ontstaan zijn. En stel je voor dat ik op die wijze een alleenstaande, lieve en zeer rijke kasteelvrouw zou ontmoeten. Ja, dan heb je mijn laatste tekst in dit boekje wel gehad. Na een tijdje word ik bij Oever dan wellicht als vermist opgegeven. Maar niet getreurd. Niemand is onmisbaar. En als dan de volle waarheid aan het licht komt, mag het je een troost wezen dat ik voor de rest van mijn dagen eigenlijk op rozen zit en zowat bestendig op vakantie ben. Misschien schrijf ik Oever dan ooit nog wel een zichtkaartje: “Vue générale du château et du parc”.
 
Tussenstop
 Zijn het allemaal slechts dagdromen? Pure verzinsels? Dat dacht je! Om wat jeugdherinneringen op te halen, maakten we onderweg naar Laforêt een ommetje via Porcheresse. Ik was er vele jaren geleden al eens op vakantie geweest. En wat bleek? De eigenaar van een plaatselijk kasteel, een oude en vriendelijke man van eenvoudige afkomst, was er op een rijke, adellijke en alleenstaande dame ‘gevallen’. Ja, zo zei hij dat. Hij was erop ‘gevallen’. En hij vervolgde: “We lagen elkaar wel”. Met felle oogjes en een schalks lachje vulde hij nog aan dat het lentegras toen juist twee konten hoog was. Wat ik me daarbij moest voorstellen was me niet zo direct duidelijk. Ofschoon ik wel nieuwsgierig was - ik leer graag bij - leek het me toch ongepast om naar verdere details te vragen. Maar het gevolg was dat het tussen die twee meteen ‘klikte’ en hij van de ene dag op de andere een rijk gevuld leven binnenstapte. Resultaat: hij heeft én haar en het kasteel grondig opgeknapt. En dit met speciale aandacht voor de gevel en het balkon. Beiden zien er nu, na die facelift, eeuwen jonger uit. Zie, dat pakt mij. Dat is echte romantiek. En met een bijzonder stevige basis. Financieel dan toch. Het is het verhaal van Sneeuwwitje nog een keer. Maar nu in een versie die strookt met de visie van het Europese Hof in Straatsburg. Daar heeft men tenminste aandacht voor de gelijke rechten van man en vrouw. En om voor mezelf te spreken: een man mag ook al eens wakker gekust worden door een lieve, mooie en vooral rijke adellijke dame. Ik zie dat allemaal wel zitten. Of, om in het gebruikte taaljargon te blijven: “zij mag gerust op mij vallen”, en “dat ligt me wel”. De lengte van het gras kan me dan geen barst meer schelen. En na een tijdje “in zonde” geleefd te hebben - ja zo gaat dat - klinken op een zekere dag dan eindelijk de huwelijksklokken. En na er een paar keer heel stevig op gedronken te hebben, krijg ik, enigszins naar de landstreek ‘Vresse’ waarin we vertoeven, de titel van “Grand Duc de l’ Ivresse” of zoiets. En op een goede zondag, zo verbeeld ik me dan, nadat mijn kok lekker heeft gekookt, en de dienster mij een tweede heerlijke tartuffo heeft opgediend, kijk ik dan diep in de ogen van mijn beminde hertogin. En op een lijzige en zelfgenoegzame toon vervolg ik: “Zullen we eens een ommetje maken op ons landgoed?”. Ach ja, even terzijde: een tartuffo is een lekkere ijs met amaretto. Ik kende dat niet, maar Pieter en Nicole bezorgden het ons als nagerecht, na de gourmet van zaterdagavond. Die doen toch ook steeds alle moeite van de wereld om telkens weer iets nieuws te bedenken en het iedereen zo aangenaam mogelijk te maken. Ik sta er elke keer opnieuw van versteld. Na deze korte maar noodzakelijke toelichting naar de geachte lezer of lezeres, neem ik nu terug de draad van mijn verhaal op. Zij, mijn hertogin dus, mij met grote ogen aankijkend, terwijl zij nog een grotere brok tartuffo tussen de tanden laat wegsmelten, heeft ook zin in een uitstap. Zij beaamt mijn voorstel. Uiteraard volmondig. En even later zit ik met opgeheven hoofd aan het stuur van onze 4 x 4. Onze nieuwe BMW is niet echt geschikt voor de hobbelige boswegen. En onze paarden zijn toevallig naar Ascott voor een jumping. En zo genieten we van een ritje doorheen onze uitgestrekte landerijen en bossen. En als we daar dan toevallig een groepje verloren gelopen wandelaars, van Oever of zo, op ons privé terrein tegenkomen, ach ja, dan sturen we ze niet terug. Ze mogen gewoon verder wandelen. Of misschien bouw ik een aantal schuren van ons kasteel wel om tot een prachtige gîte. Dan mogen jullie aan een zeer gereduceerde prijs op weekend komen. Ik stuur Oever nog wel een folder: “Vue générale du château - avec façade et balcon renouvelé - et du parc”.
En als jullie dan bij ons zouden gourmetten, zet dan wel de schoteltjes op de juiste plaats in het toestel. Zodat het handvatje van zo’n schoteltje niet weer tegen het verwarmingselement komt, niet opnieuw in rook opgaat en het brandalarm niet weer in werking treedt.
 
Onderweg naar Laforêt
 Voor wie na al deze mijmeringen de rode draad van deze tekst kwijt is: we maakten op onze weg naar Laforêt een ommetje via Porcheresse. Na daar de nodige ‘vaststellingen’ te hebben gedaan, vervolgen we onze weg naar onze eindbestemming. Dat betekent jammer genoeg dat we de GPS terug moeten aanzetten en we opnieuw de bevelen van dat boos wijf moeten aanhoren. En even later voel ik haar stem bij herhaling doorheen mijn vlees en mijn hart snijden : “Links afslaan!”, “Rechts afslaan!”. Om gek van te worden! Ik sla niemand af! Kijk, mijn mening wordt niet gevraagd, maar als ik het voor het zeggen had, zou ik dat GPS systeem heel zeker ‘personaliseren’, het aan de individuele gebruiker of gebruikster aanpassen. Dan hoor je niet langer een zoveelste brutaal, pijnlijk en autoritair kwetsend ‘afslaan’. Maar dan zucht een zwoele en hoogst lieftallige stem zoiets als: “Liefste gebruiker, zou je de goedheid willen hebben aan het volgende kruispunt zachtjes aan te houden? Je gaat dat heel zeker kunnen!” En als je dat dan net volbracht hebt, hoor je nog een traag wegstervend en zacht, tevreden gekreun: “Dat heb je toch weer uitzonderlijk prachtig gedaan. Je bent een man uit één stuk die weet wat een vrouw wil. Een kei van een vent. Je verdient minstens een stevige zoen! En eigenlijk nog veel meer! Vrouwen weten waarom!” Dan beaam ik: “Ja, je hebt natuurlijk overschot van gelijk”. Jammer dat niet meer dames zoveel aandacht en lof hebben voor mijn schitterende rijtalenten. Oké, ik weet natuurlijk wel dat ik in het dagdagelijkse leven een ellendige zondagsrijder ben. Maar daarover schrijf ik nu niet. Overigens, wat extra aanmoediging kan nooit kwaad. Die GPS dame begrijpt dat tenminste. Zo’n toestel voor individueel gebruik is bij mijn weten jammer genoeg nog niet op de markt. En ondertussen is de werkelijkheid in de wagen pijnlijk anders. Uiteindelijk bereiken we dan toch Laforestière, met zijn “gîte rural de grande capacité”. Na de gemiste kasteelvrouw, en na al dat ‘afslaan’, komen we verbouwereerd, afgepeigerd en “à bout de souffle” op onze bestemming aan.
 
Ijskoude ontvangst?
 Het programma van dit weekend? Dat werd reeds aangekondigd in de activiteitenkalender. Ik moet het hier dus niet herhalen. Toch dit: er stond letterlijk: “Omstreeks 20u30 breken we het ijs”. “IJs breken?” Het was nu al - heel zacht gezegd - zo’n weinig hartverwarmende rit. En dan nog ijs breken? Dat klinkt toch zo kouwelijk! Waarom vermeldt het boekje niet zoiets als: “Wanneer, na een schitterende dag, de late lentezon de einder vindt en zo het hemelgewelf kleurt in duizenden prachtige en adembenemende schakeringen van geel, rood en bruin, smelten we van groot verlangen naar een heerlijk Oeveraperitief, naar de vele soorten lekker wit en bruin brood, de verschillende geurige kazen, de fruitige wijn en - het belangrijkste - naar een gezellige, hartverwarmende en hoogst aangename babbel”. Want zo is het steeds. Het eten is altijd lekker, gevarieerd en veel. En het gezelschap bestaat uit lieve en aangename medereizigers. Die kennismaking verloopt erg gemoedelijk en vlot. En bij elke babbel leer ik weer bij. Ook nu. Zo hoorde ik wat het Italiaanse woord ‘cocolare’ betekent. (Neen! Niet ‘copulare’! Waar zitten sommigen met hun gedachten toch weer?). Ik vernam het van een lieve dame die heel Italië en het Italiaans op haar duimpje kent. Het betekent ‘knuffelen’. En sommigen hebben het ook in praktijk gebracht. Ook weet ik nu wat ‘ontpelsen’ is. Het staat voor “straalverliefd worden”. Volgens kenners bestaan er geen antistoffen tegen, maar de genezing volgt spontaan, uiterlijk na zes maanden. Hoewel, bij een beperkt aantal mensen kan de bacterie blijven sluimeren en periodiek weer de kop op steken om zo telkens weer anderen te besmetten. Goed om weten. Als ik ooit nog iets met een dame begin, vraag ik haar zeker vooraf naar een bewijs van inenting tegen ‘ontpelsen’. Misschien kan je je er ook tegen verzekeren. Dat vraag ik nog na. En nog dit: vroeger dacht ik dat “passer au chinois” wilde zeggen dat je nog even chinees ging halen. Maar dat is fout! Ik vernam dat het een gastronomische term is en het betekent “door een puntzeef doen”. Hoe bedenken ze het? Wat heeft een Chinees nu met een puntzeef te maken? Ik doe nooit iets door een puntzeef en zeker geen Chinees. Als mijn vrienden me nu horen zeggen: “Ben even naar de puntzeef”, dan weten ze dat ik om chinees ben. Ook hoorde ik dat het recept van de tomatensoep, zoals dat in het kookboek van de boerinnenbond staat, uitmuntend smaakt. En ik vernam dat je je wollen pull niet in de wasmachine laat zwieren en hem best binnenste buiten gekeerd opstrijkt. En dit op stand één van je ijzer. Vanaf nu zie je me bij Oever niet langer in verkleurde en gekrompen spulletjes aankomen, maar wel bijzonder stijlvol gekleed. Voila! Eindelijk! Na zovele jaren kan ik terug onbezorgd en ontspannen onder de mensen komen. En dit zonder me te moeten afvragen of b.v. mijn trui nog wel goed zit en of al mijn kleren wel volgens het passende programma gewassen zijn. En dat allemaal dankzij een Oeverweekend. Zie je, daar gaat het mij om. Dat zijn gesprekken die praktische vruchten afwerpen. En zo maak je ook een goede beurt bij de dames. Geen hevige discussies over het voetbal, over het feit of het nu al dan niet een duwfout en een penalty was, of over mogelijke doping in wielerwedstrijden. Wel diepzinnige gesprekken over de vraag welke nu de beste waspoeders zijn bij welk wasprogramma en met welke temperatuur, en welke de belangrijkste tips zijn om je voeding caloriearm te houden en zo efficiënt te vermageren. Dat is pas leerzaam. En je krijgt die informatie uit eerste bron. Doorleefd. Ook daarom ga ik mee op weekend. Zulke ervaringen en weetjes zijn eigenlijk onbetaalbaar.
Ja, we hebben natuurlijk ook gewandeld, doorheen de uitgestrekte velden, langs de kronkelende oevers van de Semois, via pittoreske dorpjes en we beklommen behoorlijk steile hellingen. Dikwijls moesten we in de bossen ook langs en zelfs over omgevallen bomen. En we hebben het hele programma, zoals vooraf beschreven in het boekje, mooi en naar behoren afgewerkt. Maar ondertussen zal het je doorheen mijn getuigenissen wel duidelijk geworden zijn dat dit niet het wezenlijke is van zo’n weekend. Neen! Als je bij de aankondiging in de activiteitenkalender tussen de lijnen van het programma leest, dan weet je dat die agenda niet meer is dan - psychologisch gezegd - een oppervlaktestructuur. Maar doorheen al die informatie begrijp je dat er heel wat boeiende gesprekken zullen plaatsvinden, waarbij je vele interessante mensen zult ontmoeten en van wie je ook heel wat kunt leren. Dat lees je dan in het boekje inderdaad niet ‘op’ de regels, maar wie het leven zo een beetje kent, vindt dat ‘tussen’ de regels. Oeverse weekends reiken veel verder dan alleen maar het afwerken van het voorziene programma. En daar gaat het uiteindelijk om. Dat is - weer psychologisch gezegd - de dieptestructuur van zo’n weekend. Moeilijk om te ontdekken of te ervaren? Helemaal niet. Probeer het maar eens bij je volgend Oeverweekend. Lees! Schrijf in! Ervaar! Het klink bijna als de woorden van Julius Caesar bij één van zijn overwinningen: “Veni, vidi, vici”: “Ik kwam, ik zag, ik overwon”. Zo eenvoudig is dat. (Wat dacht je overigens van weer eens zo’n Latijnse spreuk, nu als afsluiter van deze tekst? Niet gek hé!) Je verwerkt de Oeverinfo eerst met je verstand, en je herkauwt hem nadien vanuit je buikgevoel. Je zult merken dat het je als vanzelf lukt en er een hele reeks ‘ingevingen’ en ‘associaties’ volgen. Geloof niet alleen wat enkel de sobere lettertjes van een tekst je vertellen, maar ontdek de zo omvangrijke wereld die er achter verborgen ligt. Ik wens de geachte lezer en lezeres hierbij alle succes toe. En hiermee rond ik deze mijmeringen bij het Oeverse weekend van Laforêt toch stilaan af. Een mens kan eigenlijk blijven schrijven, maar dan wordt dit alles weer veel te lang. Het boekje moet nog heel wat ruimte bieden voor aankondigingen van nieuwe weekends, vakanties en nog zovele andere boeiende activiteiten. Het ga jullie en Oever dus goed, heel goed.
Vaart allen wel! Lees de boeken van het leven. En bekommer je niet al te veel om de letters.
 
 Top
Laatste wijziging: 02/07/2011 21:59:47