Verslag van VR 18/09/2009titel
subtitelMedewerkersweekend te Schaltin
 
 
 
Omdat Chris geen poes heeft, zit Walter met een kater
 Ja, zo klonk het zondagavond plots ludiek in de groep van de medewerk(st)ers, toen hun weekend - van vrijdagavond 18 tot zondagavond 20 september in Schaltin bij Hamois - zowat ten einde liep.
Herken je de sfeer van zo’n uitstap? Je zit na de laatste wandeling, die van zondag, luilekker in de warme nazomerzon zalig met zijn allen buiten op het terras van de gîte, bij een laatste glas nog na te genieten van het voorbije weekend. En dit net vooraleer aan de taart te beginnen als traditionele afsluiter van je vakantie, een vakantie die weer eens veel te vlug naar zijn einde liep.
Iemand zegt wat, een ander antwoordt humorvol, waarop nog een derde gevat repliceert. Dan volgt de zoveelste gezamenlijke schaterlach, en vooraleer die dan weer helemaal is weggeëbd, vallen er weer een aantal rake opmerkingen, die dan op hun beurt weer de aanzet zijn voor het volgende lachsalvo. Het zoveelste. Het is Oever, en op zijn best. De kunst is dan om als spreker of spreekster zelf je lachspieren te bedwingen, en met een uitgestreken gezicht de grootste onzin te vertellen, terwijl jijzelf en iedereen weet dat je dwaze onwaarheden uitkraamt. Je speelt je rol met ernst en overtuiging, en dit door alle hilariteit heen. Oever telt zo onder zijn leden echt een aantal natuurtalenten. En ook hier is het geheel steeds meer dan de som der delen: als er twee of meer zo op elkaar inspelen krijg je wel eens meer spierpijn van het aanhoudende lachen.
En midden in die schalkse ‘opvoering’ klinkt dan plots die bewuste zin:
“Omdat Chris geen poes heeft, zit Walter met een
kater”.
Kan je volgen? Of heb je nood aan een korte toelichting? Goed! Hier gaan we: er was eens… bijna een jaartje geleden in de Ardennen, in Bomal tijdens een vorig Oeverweekend een passionele love-story in de maak, en ik citeer enkele uitspraken van één der betrokkenen zelf: “Het is liefde op het eerste gezicht… zo onverwacht… ik beleef intense momenten…”.
Ikzelf kan als uw nederige verslaggever van het hele gebeuren slechts een erg povere impressie weergeven, want waar liefde in het spel is, zijn woorden slechts als zeer flauwe schaduwen van die heel wat dieper liggende werkelijkheid. Bovendien: trachten om het allemaal tot in zijn kleinste - en wellicht al te sensationele en indiscrete - details in het Oeverboekje uit te smeren zou al te onfatsoenlijk zijn. Mag ik dan misschien overschakelen naar een ander taalgebruik en nagaan of er in muzikale bewoordingen iets van de verheven sfeer weer te geven is? Dan wil ik het beschrijven als een hemels duet waarbij de dragende melodie van de sopraan uitging en werd doorgegeven aan de alt, om vervolgens weer van alt naar sopraan over te gaan. En dit alles een aantal keer achter elkaar, steeds inniger, steeds aangrijpender, steeds meer vertederend. Maar ja, zoals de volksmond het al jaren verwoordt en iedereen het wel kan vermoeden: ‘schone liedjes duren niet lang’. Want kijk, daar komt er zich geheel ongevraagd een bariton aanmelden, die bovendien de sopraan de melodie ontneemt en het duet aangaat met de alt. Kortom, een soort van muzikale driehoeksverhouding lijkt te ontstaan. Dat is naar ons weten zelden succesrijk en vraagt om moeilijkheden. Groot is dus het ongenoegen van onze sopraan die plots, en heel wat tonen lager, in een snikkend en passioneel vibrato haar ontevredenheid uitzingt. Wordt het dan misschien een trio? Neen! Uitgesloten! Dat ligt niet in de natuur van onze sopraan. En wat een happy end moest zijn eindigt hier in een ware en bittere tragedie. Ja, zo verloopt het leven soms ook. Het is het ‘noodlot’, dat je wel eens overvalt en aan alle normen van fatsoen en rechtvaardigheid behoorlijk zijn voeten veegt.
De zeer geachte lezer of lezeres voor wie dit eerder cryptische geschrijf al te geheimzinnig mocht overkomen en die nu dringend nood heeft aan een beeldende verduidelijking, ja het geheel zelfs grafisch wil uitgebeeld zien, neme het Oeverboekje nr. 61 nog even op de bladzijde 64, en daarna op de bladzijde 67. (Wat mompel je daar allemaal? Heb je dat boekje niet meer? Weggegooid? Bij het oud papier? Net zoals alle vorige? Dat kan je toch niet menen? Oeverboekjes gooi je zomaar niet weg. Een fatsoenlijk mens houdt die toch bij? Ja, ga dan maar eens in je vriendenkring na of er daar nog ergens een exemplaartje te bekijken is.
Zoals iedereen die zijn boekjes niet wegwerpt, en die ook maar één blik op de desbetreffende bladzijden werpt, onmiddellijk zal vaststellen, zijn verdere woorden hier totaal overbodig, ja zelfs storend. De laatste foto op bladzijde 67 onderaan toont overduidelijk de in tranen uitgebarsten en van verdriet gebroken sopraan, terwijl op het gelaat van onze hier toch wel hardvochtige bariton overduidelijk, de ‘triomfantelijke lach der overwinning’ te lezen staat. Bovendien houdt hij op zijn schoot de bewuste alt in een stevige knuffelgreep. Al onze sympathie, onze innige deelneming en onze onvoorwaardelijke steun gaat uiteraard naar de toch wel erg verontrechtte sopraan. We wensen haar verder een spoedig en volledig herstel toe en misschien, heel misschien keert zich hier alles nog eens ten goede.
Deze laatste vrome wens bleek ook dit jaar - ja, we zijn nu inderdaad al een klein jaartje verder en bevinden ons weer in de Ardennen - het gemoed van onze sopraan te vullen. Want ik betrapte ze er tijdens de wandelingen bij herhaling op met een weemoedige blik - zo meende ik toch - steeds weer de horizon in de richting van de opgaande zon (Bomal ligt inderdaad ten oosten van Schaltin) af te speuren. Maar in heel die buurt en verre omtrek leek ‘haar’ alt dit jaar zijn kat te sturen. Want er was letterlijk gewoon geen kat te zien. Tenminste op één kleine uitzondering na: tijdens een wandeling mochten we, in het licht van de actuele problemen in de melksector, op een boerderij een gratis glas dagverse melk proeven. Maar ja, wij zijn van Oever en gunnen iedereen het leven, dus stonden we erop toch te mogen betalen. Op die boerderij troffen we een jonge en magere kattenmoeder aan met haar eerder armzalige kroost: vier kleine katjes. Misschien had onze ‘alt’ wel andere katten te geselen? Of wilde die liever elders de kat uit de boom kijken? Of nog erger? Er zelf één knijpen, in het donker? Kortom: onze sopraan werd het hele weekend lang heen en weer geslingerd tussen hoop en wanhoop, tussen zeer hoge verwachtingen en diepe depressie. Besluit: een eindeloze en energievretende tragedie.
Iedereen die nu ook maar het minste inlevingsvermogen heeft, begrijpt onmiddellijk dat onze zwaar getroffen sopraan in haar bedroevende situatie niet over de juiste gemoeds- en geestesgesteldheid beschikt om op een ernstige en objectieve wijze voor de geachte Oeverlezers een verslag neer te schrijven van het lopende weekend. Temeer daar onze triomfantelijke bariton ook dit jaar weer van zich liet horen en, heel zacht gezegd, op een niet onopvallende wijze. Meer wil ik hierover niet gezegd hebben.
Dus werd ik, uw nederige dienaar, met aandrang verzocht één en ander over het weekend aan dit Oeverse papier toe te vertrouwen. Maar dat betekent: tijd maken en nadenken, gedachten neerschrijven, woorden verbeteren of schrappen, opnieuw denken en schrijven, en weer eens verbeteren. En ga zo nog maar een tijdje door. Ja, vanzelf komt zo’n tekst niet. Verder betekent zulks ook worstelen met vragen als: mag ik dat allemaal wel schrijven? In welke subtiele bewoordingen moet het dan? Houd ik het zakelijk? Of wil ik hier en daar wat sensationele details weergeven? Dat laatste is wel eens meer een gemakkelijke en goedkope manier om je lezerspubliek te vergroten. Is er eventueel iemand die ik in mijn verslag in de bloemetjes wil zetten, of is er misschien een Oeverlid die mij ooit eens een hak zette en geef ik die dan via deze tekst een behoorlijke smeer terug? Zie je, zulke vragen komen dan in me op en omdat ik daar niet steeds even vlug uit geraak, zit ik eigenlijk, zoals men dat dan heel plastisch zegt, ‘met een kater’.
Als je nu in het hele muzikale verhaal het woord ‘sopraan’ vervangt door de voornaam van de zeer geachte dame die de permanentie van Oever waarneemt telkens Pieter en Nicole op reis zijn, en als je bovendien weet dat het geluid, voortgebracht door de betreffende alt, feitelijk het best kan omschreven worden als ‘ordinair en authentiek kattengejank’ dan zou de titel van deze tekst je nu toch heel duidelijk moeten worden. Is zulks inderdaad het geval, lees dan gewoon verder. Zo neen, herbegin bovenaan deze tekst of bel een hulplijn.
Schreef ik nu al het voorgaande enkel en alleen om de titel van deze tekst te verduidelijken? Neen, niet echt. Mag ik hopen dat de zeer gewaardeerde lezer of lezeres tussen alle woorden en zinnen ook iets van de sfeer aanvoelt die je bij Oever kan ondervinden? En waaraan iedere deelnemer zelf mee kan bouwen? Genieten kan je er echt ten volle. Ik noem zomaar wat: er is de kaasavond op vrijdagavond, de lange wandeling met lunchpakket op zaterdag, nadien de barbecue, de kortere wandeling op zondag, eveneens met lunchpakket en als afsluiter nadien de taart, of voor wie wil ook nog een Irisch of Italian koffie.
En dit alles betreft nog maar enkel het gastronomische aspect. En dan vertelde ik nog helemaal niets over de mooie gîte, met uitzicht op het prachtige, herfstkleurige en glooiende landschap, over de wandelingen tussen weiden, naast bossen, velden en beekjes. Of over de pauzes om ons lunchpakket te verorberen in de pas afgemaaide velden, en over de mogelijkheden die zo’n opgerolde balen hooi wel bieden om zich in alle rust, alleen of met zijn tweetjes, wat terug te trekken. Ook hier wil ik verder het serene stilzwijgen bewaren en beperk ik me tot het vermelden van die mogelijkheid.
En nu we het toch over een ‘zich afzonderen’ hebben, toch nog even dit: als de nood het hoogst is kunnen de dames zich ‘op hun gemakje’ afzonderen uit het zicht van iedereen, veilig verscholen achter de hoge en talrijke maïskolven. Dan galmt het een paar keer doorheen het prachtige natuurschoon en bij wijze van informatie voor hen die een gelijkaardig en hoogst dringend probleem hebben: “Dit maïsveld is bezet! Neem het volgende!” Weer ben ik een kleurrijke uitdrukking rijker. Heerlijk is dat. Ook zou ik nog kunnen uitweiden over de wijze van goedbedoelde leiding die sommige leden op zich nemen om alles vlotjes te laten verlopen, en zo - het zijn hun woorden, niet de mijne (ik zou niet durven) - intens hun ‘pedagogisch orgasme’ beleven. Hoewel ik nu alle moeite van de wereld heb om alles wat zich op een erg beeldende wijze en in alle hevigheid aan mijn fantasie opdringt, te onderdrukken, toch ga ik, gezien het uitzonderlijk delicate van dit onderwerp, en de bijzonder subtiele wijze waarop hier de juiste woorden moeten gekozen worden, ook hier niet verder op in.
Eigenlijk geraak je over zo’n weekend nauwelijks uitgepraat. Zoveel verscheidenheid ervaar je telkens weer bij Oever. Je kan over zoveel verschillende dingen blijven schrijven.
En toch, steeds weer steekt er één constante torenhoog boven alle diversiteit uit, een constante die wel eens meer niet de volle aandacht krijgt die ze naar mijn aanvoelen verdient, of waar niet iedereen zich terdege van bewust is. En wel deze: de niet aflatende inzet van Nicole en Pieter om het voor iedereen steeds maar beter te willen maken. Waar blijven zij de moed, de kracht en de energie halen om het allemaal telkens weer tot een goed einde te brengen?
Zijzelf willen met dit weekend alle medewerkers en medewerksters danken “voor hun onverdroten inzet, het ganse jaar door”, zo klinkt het o.m. in de aanhef van de nieuwjaarswens in boekje 61. Goed, zonder medewerkers zou Oever niet zijn wat het nu is. Maar wat zou onze vereniging zijn zonder de drijvende kracht van haar twee grootste bezielers? Daar denk ik dan wel eens meer over na. Zou er dan nog wel een Oever bestaan? Wellicht niet. Dan pas zouden velen zich realiseren wat Oever voor hen betekend heeft, en wat ze dan moeten missen...
Aan Nicole en Pieter, in naam van velen, voor zoveel, een laatste klein maar zo belangrijk slotwoordje met een toch zo grote en rijke inhoud: dank!
Walter K.
 
 Top
Laatste wijziging: 26/10/2009 21:48:03